Klavierdemonstraties

für Kenner und Liebhaber

De heerschappij van Frederik de Grote viel samen met een periode van grote rijkdom en diversiteit in de klaviermuziek. De zoektocht naar expressiviteit leidde niet alleen tot nieuwe componeerstijlen en uitvoeringswijzen, maar ook tot de bouw van experimentele instrumenten.

In hun lecture-recitals ‘für Kenner und Liebhaber’, vernoemd naar de klavierbundels die C.P.E. in Hamburg publiceerde, verkennen Menno van Delft en Artem Belogurov de fascinerende klankwereld van zeldzame historische instrumenten uit het achttiende-eeuwse Duitsland en replica's van de meest vooraanstaande bouwers van vandaag.

In het stralende middelpunt staan een klavecimbel naar Gräbner en een Friederici-klavichord (allebei door Geert Karman), een originele tangentenvleugel uit 1790 en een fortepiano naar Silbermann (door Kerstin Schwartz) zoals Bach die wellicht heeft gekend, naast een uniek historisch ‘clavecin royal’. Het decor is al even intrigerend: Utrechts eigen rococomonument, de Fundatie van Renswoude.