Het 34e festival stond in teken van England, my England. De geliefde Engelse muziek werd nieuwsgierig tegen het licht gehouden met het accent op de renaissance en de vroege barok. Tijdens het festival werden reeksen rond Tudor-polyfonie (Sheppard, Taverner, Tye), Elizabethaanse virginalisten (Bull, Gibbons, Farnaby, Byrd) en zoete consortmuziek (Lawes, Jenkins en Tomkins) gepresenteerd. Henry Purcell speelde ook een belangrijke rol en er werd aandacht besteed aan Handels minder bekende tijdgenoten zoals Bononcini, Avison en Boyce onder het motto ‘Out of Handel’s shadow’. Artist-in-residence was Vox Luminis.